Spring naar de hoofdinhoud

Aimer

Aimer

Aimer = houden van Uitleg aan de hand van 2 filmpjes: Enkelvoud   Meervoud J’aime Ik houd van 1 Nous aimons Wij houden van Tu aimes Jij houdt van 2 Vous aimez Jullie houden van, u houdt van Il aime Hij houdt van 3 Ils aiment Ze houden van Elle aime Zij houdt van 3 […]

Les couleurs

Les couleurs

Les couleurs = de kleuren il a les yeux rouges = hij heeft rode ogen jaune = geel / vert = groen / gris = grijs blanc = wit / noir = zwart il a les yeux arc-en-ciel = hij heeft regenboog-ogen et une tête en bois = en een houten hoofd J’aime les voitures […]

La maison

La maison

Dans ma chambre = in mijn kamer (Ne pas entrer = niet binnenkomen) ….. il y a un lit = staat een bed et à côté de ce lit = en naast dit bed …. il y a un bureau = staat een bureau et sur ce bureau = en op dat bureau qu’est-ce qu’il […]

Faire

Faire

Faire = doen, maken Enkelvoud   Meervoud Je fais Ik doe / maak 1 Nous faisons Wij doen/ maken Tu fais Jij doet/ maakt 2 Vous faites Jullie doen/maken, u doet/maakt Il fait Hij doet/ maakt 3 Ils font Ze doen/ maken Elle fait Zij doet/ maakt 3 Elles font Ze doen/ maken On fait […]

Aller

Aller

Enkelvoud   Meervoud Je vais Ik ga 1 Nous allons Wij gaan Tu vas Jij gaat 2 Vous allez Jullie gaan, u gaat Il va Hij gaat 3 Ils vont Ze gaan Elle va Zij gaat 3 Elles vont Ze gaan On va Men gaat 3   Oefenen, entraînez-vous  (avoir, être, aller, faire) Deze link […]

Être

Être

Être = zijn Enkelvoud   Meervoud Je suis Ik ben 1 Nous sommes Wij zijn Tu es Jij bent 2 Vous êtes Jullie zijn, u bent Il est Hij is 3 Ils sont Ze zijn Elle est Zij is 3 Elles sont Ze zijn On est Men is 3 Oefenen, entraînez-vous: werkwoorden avoir, être, faire, […]

Avoir

Avoir

Avoir = hebben Enkelvoud   Meervoud J’ai Ik heb 1 Nous avons Wij hebben Tu as Jij hebt 2 Vous avez Jullie hebben, u hebt Il a Hij heeft 3 Ils ont Ze hebben Elle a Zij heeft 3 Elles ont Ze hebben On a Men heeft 3 Oefenen, entraînez-vous (werkwoorden avoir, être, aller en […]