Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)

De 15 meest voorkomende onregelmatige vormen:

Aller Gaan Allé Gegaan Je suis allé Ik ben gegaan
Avoir Hebben Eu Gehad J’ai eu Ik heb gehad
Devoir Moeten Gemoeten J’ai dû Ik heb (ge)moeten
Être Zijn Été Geweest J’ai été Ik ben geweest
Faire Doen Fait Gedaan J’ai fait Ik heb gedaan
Lire Lezen Lu Gelezen J’ai lu Ik heb gelezen
Mettre Zetten Mis Gezet J’ai mis Ik heb gezet
Pouvoir Kunnen Pu Gekund J’ai pu Ik heb gekund
Prendre Nemen Pris Genomen J’ai pris Ik heb genomen
Recevoir Ontvangen Reçu Ontvangen J’ai reçu Ik heb ontvangen
Savoir Weten Su Geweten J’ai su Ik heb geweten
Vendre Verkopen Vendu Verkocht J’ai vendu Ik heb verkocht
Venir Komen Venu Gekomen Je suis venu Ik ben gekomen
Voir Zien Vu Gezien J’ai vu Ik heb gezien
Vouloir Willen Voulu Gewild J’ai voulu Ik heb gewild

Oefenen, entraînez-vous  Deze link gaat naar wrts.nl