Avoir = hebben

Enkelvoud   Meervoud
J’ai Ik heb 1 Nous avons Wij hebben
Tu as Jij hebt 2 Vous avez Jullie hebben, u hebt
Il a Hij heeft 3 Ils ont Ze hebben
Elle a Zij heeft 3 Elles ont Ze hebben
On a Men heeft 3

Oefenen, entraînez-vous (werkwoorden avoir, être, aller en faire in de tegenwoordige tijd) Deze link gaat naar wrts.nl